Nuttige dieren zijn belangrijk voor de moestuin, ze horen er gewoon thuis en helpen jou mee. Er zijn ook bijvoorbeeld lastige insecten die van je planten leven, maar er zijn ook insecten die lekker opruimen of de bloemen netjes bestuiven en zorgen voor een betere oogst.

 

nuttige dieren

Lastige insecten moeten uiteraard niet de overhand krijgen en dit kun je op verschillende manieren in evenwicht houden. Er zijn namelijk ook dieren in de tuin die je een handje kunnen helpen, zoals de vogels, egels en muizen. Maar er zijn ook insecten die kunnen helpen. Sommige insecten zijn rovers  en houden maar van 1 soort hapje, zoals de larve van een liefheersbeestje die graag bladluizen eet. Sommige rovers gebruiken een insect om zich in voort te planten. Zo legt een sluipwesp haar eitjes in een schadelijke insect, waardoor de larve direct wat te eten heeft. Een volwassen sluipwesp eet alleen nectar en stuifmeel, daar gaan de planten niet van dood, geen probleem dus in de tuin.
Nuttige insecten kunnen zich alleen handhaven in je moestuin als er ook schadelijke insecten zijn. Deze hebben ze nodig om zich te voeden en voort te planten.

Om diverse dieren en insecten naar je tuin te lokken en een fijne woonplaats te geven kun je verschillende dingen doen:

tip 1: zaai bloemen

Zorg dat er genoeg stuifmeel en nectar is om de insecten te lokken. Zet veel verschillende bloemen in de bedden en borders die op verschillende tijdstippen bloeien in de tuin. Zo is er altijd een smakelijk en aantrekkelijk hapje. Ook kun je gebruik maken van helpende en nuttige bloemen in de moestuin.  Heel eenvoudig om deze bloemen in te zetten!
Zorg verder dat de vogels in je tuin blijven en dat ze in de winter ook lekkere dingen kunnen eten als bessen en zaden die wij niet kunnen eten.

 

tip 2: maak fijne schuilplekken

De oorwurm, de gaasvliegen, de wants, de duizendpoten en de loopkevers zijn rovers die graag slakken, mijten, luizen etcetera eten. Zorg dat ze een fijn plekje in je tuin krijgen om te leven. Leg een paar stenen of stukken hout in de schaduw neer om onder te schuilen. Maak een insectenhotel op of een oorwurmpot en zet ze of hang ze op een goede plek.
Zorg voor een drinkplek voor de vogels en egels en een fijn opwarmplekje in de zon voor o.a. vlinders. Zet een haag, een struik en bomen voor de vogels en maak een rommelplekje in de buurt van de composthoop waar kleine dieren kunnen rommelen.

 

tip 3: hou de bodem levendig

De bodem is de basis van een levendige moestuin. Bacteriën, schimmels, insecten en regenwormen in de grond zorgen dat de voedingsstoffen binnen het bereik van de planten komen. Ze zijn essentieel voor gezonde en vitale planten en bloemen. Maak compost van de resten, gebruik de voordelen van mulchen in de moestuin zodat je zo min mogelijk hoeft te spitten. Zo bouw je aan een goede ondergrond voor de wormen en andere bodemdieren in je tuin.

 

Bewaren